Stuiterbal of slimmerik? ADHD of hoogbegaafd?
Een kind dat door de klas stuitert, niet te motiveren is om zich te richten op zijn schoolwerk, snel in discussie gaat en emotioneel instabiel is. School wil dat het kind getest wordt op ADHD, in het leerlingvolgsysteem valt de term al meerdere keren.
Ouders herkennen vaak een beeld van een druk, onrustig kind. Tegelijkertijd zijn er ook situaties waarin hun kind rustig is, bijvoorbeeld na een dag van veel prikkeling (museum, plusklas of cito toets). Ook wordt in de drukte van een kind een grote leerhonger gezien, waarbij hij veel vragen stelt en opmerkelijk goed oplet.
Een diagnose als ADHD wordt vastgesteld op basis van gedragskenmerken, waarbij een lijstje wordt afgetikt. Dit is een oppervlakkige, maar objectieve manier van psychologisch onderzoek. Wat zich tussen de oren en in de omgeving afspeelt is geen onderdeel van het lijstje. Elke psycholoog en orthopedagoog dient hier wel rekening mee te houden, maar daarin wordt niet altijd rekening gehouden met hoogbegaafdheid en de behoeften die dit met zich meebrengt. Dan kan er een beeld ontstaan dat wel klopt volgens diagnostiek en antwoorden lijkt te geven, maar niet de kern van de situatie vat.
ADHD in het kort
Het huidige handboek voor diagnostiek van psychische stoornissen is de DSM-5. De criteria zijn in het kort als volgt:
1. Zes (of meer) symptomen van aandachtstekort zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau. Waaronder:
- Moeite met aandacht bij taken of spel te houden
- Lijkt vaak niet te luisteren wanneer hij/zij direct aangesproken wordt
- Is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
2. Zes (of meer) symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau. Waaronder:
- Beweegt vaak onrustig met handen of voeten
- Praat vaak aan één stuk door
- Geeft vaak al antwoord voordat de vraag volledig gesteld is
Misschien lees je hier al dat het woord ‘vaak’ genoemd wordt. De mate waarin deze gedragingen aanwezig zijn, moeten door middel van vragenlijsten worden geïnventariseerd. Dit is de gedragsmatige diagnose. Onderliggend wordt een vermindering verondersteld in de hersenactiviteit, waardoor een kind prikkels moeilijk kan filteren, fysiek en mentaal onrustig is en zelf prikkels op gaat zoeken. Daar kunnen stimulantia goed bij helpen, deze geven de hersenen een rustiger evenwicht in activiteit. Medicatie kan hierin ook werken als er geen sprake is van neurologisch disfunctioneren, wat een verdere schijnveiligheid kan geven.
Ook zeer belangrijk om te benadrukken: ADHD is een gedragsmatige classificatie en géén verklaring voor gedrag! Deze classificatie kan weer vervallen wanneer het gedrag van een kind zich er niet meer voor leent en niet meer voldaan wordt aan de criteria van de diagnose. ADHD is dus geen vaststaand feit of een reden voor gedrag, maar een manier om het gedrag te kunnen benoemen als syndroom (samenspel van symptomen).
Overlap ADHD en hoogbegaafdheid
Een hoogbegaafd kind kan fysiek en mentaal erg onrustig worden wanneer hij onvoldoende gestimuleerd wordt op school en/of thuis. Sommige kinderen gaan dan klieren of veel bewegen, waardoor ze opvallen als een onrustig kind. Wanneer een kind wél de kans ziet om zichzelf uit te leven op iets interessants en uitdagends, kan hij juist opvallend zijn als een overenthousiast kind dat moeilijk in bedwang te houden is.
Op gedragsniveau kan het dus zijn dat een hoogbegaafd kind voldoet aan de criteria van de DSM en dus klinisch gezien ADHD heeft. Het probleem is echter dat de criteria van de DSM niet gaan over de oorzaken van het gedrag. Het is dus belangrijk om wél een onderscheid te maken tussen ADHD en hoogbegaafdheid, om zo misdiagnoses en onwerkzame behandelingen te voorkomen.
Belangrijke verschillen tussen ADHD en hoogbegaafdheid
ADHD impliceert in veel behandelingen een neuropsychologisch defect, wat aangeeft dat de oorzaak binnen het kind zit. Omgevingsfactoren hebben zeker wel invloed op de ernst en uiting van de symptomen, maar er zal vrijwel constant een vorm van onrust, hyperactiviteit en aandachtstekort zijn. Bij hoogbegaafde kinderen komt deze onrust voornamelijk voor in situaties waar ze niet uitgedaagd worden of waar het tempo van de situatie lager ligt dan voor hen natuurlijk komt. Een hoogbegaafd kind laat hierbij meer rust zien wanneer er meer uitdaging geboden wordt, waar een kind met ADHD drukker zal blijven.
Werkhoudingsproblematiek kan vanuit veel factoren verklaard worden. Meer structuur en duidelijke verwachtingen zijn voor veel kinderen fijn, zo ook voor hoogbegaafde kinderen en een kind met ADHD. Bij een hoogbegaafd kind wil ik echter veel rekening houden met de mate van autonomie die een kind krijgt en ga ik ervan uit dat een kind waarschijnlijk wel veel aankan, maar om een bepaalde reden zijn vaardigheden minder inzet. Ik ga dus niet uit van een defect, maar van een situatie met een wisselwerking.
Er dient dus bekeken te worden in welke omstandigheden de symptomen (vrijwel) volledig verdwijnen. Dan kan een onderscheid gemaakt worden tussen onmacht en onwil. Bij jongere kinderen is dit zeker moeilijk om te onderscheiden, omdat zij minder bewust inzicht hebben in de redenen van hun handelen. Dit vergt van de omgeving in eerste instantie vertrouwen en duidelijkheid, om een kind zo passend te stimuleren.
Wat is wijsheid?
Ik zeg niet dat een diagnose koste wat het kost vermeden moet worden. Sommige hoogbegaafde kinderen hebben zeker baat bij een ADHD diagnose. Het kan rust en acceptatie geven, wanneer er goed mee omgegaan wordt. Maar het kan ook een gevoel van stigma geven, dat er iets mis is met het kind. Terwijl het probleem mogelijk bij de intellectuele uitdaging op school ligt. Het hangt er dus echt van af of er winst te halen valt uit een diagnose.
Ik pleit er dus vooral voor om kwalitatief te kijken naar de aard en ernst van de problematiek. Vergelijk verschillende situaties en kijk naar de omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op de problematiek. In plaats van het aftikken op een lijstje gedragskenmerken.
Geen reactie's