IQ onderzoek: een inleiding in intelligentie
Gepubliceerd op 27 september 2013 op: psyblog.nl
Als Kinder- & Jeugdpsycholoog die zich vooral richt op onderwijs en hoogbegaafdheid krijg ik veel te maken met intelligentiegegevens. Het is mijn taak om goed intelligentieonderzoek te verrichten en de verslaglegging zo te doen dat mensen met weinig kennis over deze tests handvatten krijgen voor hun handelen. Wat zegt intelligentie over het gedrag van iemand? Wat is intelligentie eigenlijk? Hoe meet je het? Dit is belangrijk om te weten, als je met intelligentiegegevens werkt.
Wat is intelligentie?
Hier zijn verschillende visies op, dus er is geen eenduidig antwoord. Spearman (1927) was een pionier die stelde dat intelligentie één factor is. Deze noemde hij de ‘general factor’ (g-factor).Thurstone (1941) omschreef meerdere onafhankelijke factoren. Ook Gardner (1983) beschreef de meervoudige intelligenties. Hij stelde dat mensen intelligent kunnen zijn op verschillende gebieden, waaronder muzikaal, interpersoonlijk, verbaal en visueel. Deze visie wordt nog steeds toegepast in het onderwijs en de wetenschap. Sternberg (1985) omschreef een driefactorenmodel met analytische, praktische en creatieve intelligentie.
We zijn er dus nog steeds niet uit wat intelligentie precies inhoudt. De hedendaagse IQ tests werken voornamelijk met meerdere factoren, maar geven ook een totale IQ score (g-factor). Deze IQ tests maken meestal onderscheid in een verbale (woordenschat, algemene kennis, geheugen) en een niet-verbale (ruimtelijk inzicht, detailwaarneming, abstract redeneren) intelligentie.
Hoe meet je intelligentie?
Wechsler-tests, deze bestaan in een peuter/kleuterversie (2 tot en met 7 jaar), kinderversie (6 tot en met 16 jaar) en volwassenenversie (ouder dan 16 jaar). Ik ben het meest bekend met de kinderversie: de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC-III). Deze test stamt uit 1991, met een herziene uitgave in 2005. De afname levert naast een verbale en performale (niet-verbale) IQ score, een totaal IQ. Ook worden er drie factoren onderscheiden: verwerkingssnelheid, perceptuele organisatie en verbaal begrip.
Naast de gangbare Wechsler-tests zijn er nog andere tests. In Amerika wordt de Stanford Binet-test veel gebruikt, vooral bij mensen waar hoogbegaafdheid wordt vermoed, omdat deze IQ’s hoger dan 145 meet. In Nederland hebben we deze test niet.
Eind 2012 is de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test tweede editie (RAKIT-2) in Nederland uitgekomen. Dit is op het moment de best gevalideerde IQ test in Nederland, hierdoor gebruik ik hem regelmatig. Deze test meet totaal IQ’s tussen 40 (ernstige verstandelijke beperking) en 145 (zeer hoogbegaafd). De test is voor kinderen op de basisschool van 4 tot en met 12 jaar oud. Het testmateriaal is minder verouderd dan bij de WISC-III en de factoren waarop het IQ is gebaseerd zijn anders dan bij de WISC-III. De RAKIT-2 maakt ook een verbaal/niet-verbaal onderscheid, maar maakt eveneens onderscheid tussen het verwerken en het gebruiken van de informatie. Zo ontstaan er vier factoren: Percentueel redeneren, Ruimtelijke oriëntatie en tempo, Verbale vlotheid en Verbaal leren.
Naast de Wechsler-tests, de Stanford Binet en de RAKIT-2 zijn er nog meerdere tests. Het lijkt erop dat alle tests wel een bepaalde mate van een meerdere factoren meten. IQ tests worden voornamelijk afgenomen om inzicht te krijgen in het cognitieve functioneren van een persoon. Dit vergt meer inzicht dan alleen een IQ score. Er moet ook kwalitatief gemeten worden hoe iemand informatie kan verwerken en hoe hij deze informatie gebruikt in zijn handelen.
De voorspellende waarde van het IQ
Er is veel onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde van het IQ voor schoolprestaties, sociaal-emotioneel functioneren, beroepskeuze, enzovoort. Het blijkt dat het IQ maar in geringe mate voorspelt hoe iemand op school of studie presteert. Hierin is de RAKIT-2 in Nederland de koploper, de scores van deze test zijn het meest voorspellend voor schoolprestaties in vergelijking met andere tests. Opvallend, omdat de WISC-III het meeste gebruikt wordt.
De voorspellende waarde van een IQ test hangt naar mijn mening ook zeer af van de vaardigheid van de onderzoeker. Zeker in het onderwijs kan er ten onrechte aan de haal gegaan worden met IQ gegevens. Daarom is het voor onderzoekers zeer van belang om een goede verslaglegging te doen met veel informatie over onder andere de taakaanpak, motivatie, concentratie en eventuele faalangst. Daar staat of valt de kracht van een IQ onderzoek mee. Daarmee geef je waardevolle informatie die inhoud geeft aan de totale IQ score.
Het is dus belangrijk voor mensen die werken met IQ gegevens om verder te lezen dan alleen de IQ score, omdat de score niet genoeg zegt over de prestaties van iemand. Verstand hebben van wat intelligentie inhoudt en een goede, concrete verslaglegging door een professional is hierbij van groot belang.
Geen reactie's