K&J serie #4: Kinderen en pubers willen vaak niet

K&J serie #4: Kinderen en pubers willen vaak niet

Vandaag mijn vierde punt ter kritiek op mijn eigen geliefde vakgebied. Nog een hoop te gaan! Heb je interesse in de rest en de disclaimers die ik gaf in deel 1? Check dan de rest van de serie.

Punt 4: Kinderen en pubers willen vaak niet

Hoe vaak ik al heb gehoord “ik kom hier naartoe omdat het van mijn ouders moet” kan ik niet meer tellen. Het is het standaard argument waarmee een kind je schaakmat zet in de hulpverlening. Wat doe je dan als hulpverlener? Een lijst opnoemen van doelen (aka alles wat mis met je is en anders moet) en je proberen te overtuigen om beter je best te doen? Een slim kind gaat hier niet in mee. Die weet dat het spel nog lang niet gespeeld is. En in het geval van jonge kinderen, is het gedrag nog zo reactief op de omgeving en in het moment, dat veel hulpverlening niet werkt zodra er verwacht wordt dat een kind iets geleerd heeft en zelfstandig de transfer moet maken. Ze weten vaak niet precies waarom ze er zijn en zijn de vorige keer allang vergeten.

Het eigenaarschap van de kinderen en jongeren is vaak ver te zoeken en er kan altijd naar ouders of school gewezen worden als aanstichters van de gesprekken. Menig hulpverlener betrekt dit op zichzelf en probeert zich te bekwamen in motiverende gesprekstechnieken en een hoop geduld. De spanning rondom de kwestie ‘werkt deze hulpverlening dit keer wel?’ neemt toe en een betrokken hulpverlener voelt zich hier natuurlijk verantwoordelijk voor. Zorgen voor een goede klik, veel bemoedigende woorden en een heldere uitleg van het pad naar beter. Om vervolgens alsnog gesaboteerd te worden door een gebrek aan motivatie bij de cliënt.

Het is de beste keuze (zoals eerder in deze serie beschreven, een kosten-batenanalyse) om wel te gaan en niks te doen. Dat is de weg van de minste weerstand. Compleet weigeren te gaan (en dus eerlijk te zijn over het eigen gebrek aan hulpvraag) geeft meer gezeik. Helemaal meewerken met de hulp geeft de ander gelijk en geeft verwachtingen van volwassenen naar structurele verbetering, dus veel werk. Ik bedoel dit dus oprecht als een begrijpelijke keuze die klopt binnen de situatie, zonder dat iemand hier negatieve intenties bij hoeft te hebben.

Ooit zat ik met een jongen van 16 in de kamer. Uitgevallen op school, grote mond, een heel mannetje. Hij begon het gesprek goed:

Jongen: Ik ga mooi niks zeggen.

Lisanne: Oh snap ik wel, heel verstandig.

J: Hoezo?

L: Nou, dan heb ik gewonnen en daarmee ook je moeder en alle docenten. Dan verlies jij.

J: Hoe bedoel je?

L: Dit is toch duidelijk een machtsstrijd. Als jij niks zegt, dan win jij. Zodra je mij iets prijsgeeft, dan moet je opeens veranderen en aan jezelf werken. Misschien ben je wel diepgeworteld onzeker of ongelukkig, dan moet je daar iets mee. Ik hoor je moeder en mentor al smakkend naast de deur staan, dat je eindelijk iets aan jezelf gaat werken.

J: Nou, dat wil ik dus niet. Dus ik ga mooi niks zeggen. Je kunt het proberen.

L: Nee, ik pas wel op. Ik wil jou graag laten winnen! Klinkt als een slechte deal als ik win, voor jou. Dus pas op, niks vertellen hè. Anders win ik en daarmee de buitenwacht. Je speelt het spel goed. Jij bent de macht. Vive la resistance!

J: Haha, wat?

L: Ja! Menig mens had het allang opgegeven en was door het hoepeltje gesprongen. Maar jij niet. Daar heb je een hoop doorzettingsvermogen voor nodig. En ook een hoop sociale vaardigheid. Ik vind je namelijk niet vervelend, terwijl je eigenlijk dienst weigert als cliënt. Dat is wel knap.

J: Oke, dankje denk ik?

 

Toen deze jongen na 45 minuten nog steeds niks had verteld over zijn problemen, heb ik hem gefeliciteerd met de winst en afgeleverd bij zijn moeder in de wachtkamer. Hij zei toen: Mam, ik weet niet precies wat zij doet, maar ze is fucking goed en fuckt met je hoofd.

Ik was de eerste hulpverlener die hij kon waarderen. Hij had er al aardig wat versleten. Toch heeft hij nooit echt zijn probleem vertelt. Of misschien hebben we het juist over de kern gehad op een helpende manier? Aan dit soort pubers gaan duwen en trekken werkt niet en geeft hen het gevoel dat ze iets verkeerd doen, terwijl ze juist hele normale dingen doen voor hun leeftijd. Zich afzetten tegen de rest, daar chagrijnig over doen en korte termijn keuzes maken. Volgens mij is het belangrijk om verbinding te houden met deze kinderen, binnen het feit dat ze geen hulpverlening willen. En die verbinding heb je alleen als je écht accepteert dat ze geen hulp willen. De dubbele agenda van volwassenen om verbinding te leggen, vertrouwen te winnen en dan alsnog ‘hulp’ binnen te slepen, is vermoeiend en vaak langdradig. De echte slimmeriken geven je ook die zege niet.

Geen reactie's

Geef een reactie