Kinder- & Jeugdpsychologie is raar en vermoeiend, deel 3
Vandaag mijn derde punt ter kritiek op mijn eigen geliefde vakgebied. Heb je interesse in de rest en de disclaimers die ik gaf in deel 1? Check dan de rest van de serie.
Punt 3: Cliënten worden gezien als zeer kwetsbaar
Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen, dat is een feit. Ze zijn afhankelijk in een hoop van hun bestaan van de zorg die ze krijgen, zonder dat ze in de positie zitten om hier iets aan te veranderen. Tegelijkertijd zijn kinderen slim, opmerkzaam en ontzettend manipulatief. Ze weten precies waar de grenzen liggen en hebben een neusje voor onuitgesproken regels in de omgang. Hiernaast hebben ze dezelfde hersenstructuren als andere zoogdieren, dus is hun gedrag goed afgestemd op een kosten-batenanalyse. Net als bij volwassenen. Gedrag wordt vaak aangeleerd en is moeilijker om af te leren als het loont.
Een kind zien als onwetend, onhandig, slachtoffer van een situatie en onmachtig om zijn eigen situatie te veranderen, is jammer. Tegelijkertijd komt dit vaak voor. “Het is nog maar een kind”, een argument dat je makkelijk kunt volhouden tot het 25 jaar oud is. Daarna heb je altijd nog het argument “Het is een laatbloeier” of “Eerder in de ontwikkeling is een hoop misgegaan, dus dat moeten we nu langzaamaan gaan inhalen”. Mijn dochter is drie jaar oud. Via haar weet ik wat pure onschuld, betovering en naïviteit is. Tegelijkertijd weet zij feilloos dat mama haar direct te hulp schiet waar papa nog lang geen noodzaak voelt om tot actie te komen. Dus wie wordt er wel geroepen en wie niet? En op welke toon? En wie heeft ervoor gezorgd dat ze haar speentje niet meer heeft en haar billen leert af te vegen? Inderdaad.
Kinderen weten wie de baas is en als dit onduidelijk wordt, zijn zij de baas. Ook weten kinderen waar de verantwoordelijkheid ligt, vaak niet bij hen. Verschuift dit evenwicht en moeten ze opeens zelf de boontjes doppen? Dan kan ook een kind van drie jaar oud het zelf oplossen, vaak in een hoger tempo dan je gedacht had. Juist door kinderen te zien als kwetsbaarder dan ze zijn, komt het moment niet meer waarop we de verantwoordelijkheid passend terugleggen bij het kind en deze veerkracht gaan zien.
We vinden het vaak zielig om niet te helpen als we wel zouden kunnen helpen of denken dat een kind onkunde heeft in plaats van onwil. Dit laatste wordt zeker versterkt door veel diagnostiek, die erop gericht is om onkunde (naast talenten) goed vast te leggen. Ik krijg regelmatig de vraag om bijvoorbeeld problemen in werkgeheugen, verwerkingssnelheid, executieve vaardigheden of variaties in het intelligentieprofiel te onderzoeken als verklaring voor gedrag, waarmee ik gevraagd wordt om het gedrag te bestempelen als onkunde. Dat een kind in bepaalde situaties opeens veel meer kan dan in andere situaties, lijken we hier een beetje mee te vergeten.
Propageer ik hiermee om kinderen aan hun lot over te laten? Nee, ik ben geen voorstander van verwaarlozing of mishandeling. Dat wilde ik er nog even bij zeggen, omdat ik bang ben als te streng of harteloos gezien te worden. Ik zie veel gedrag van mensen als een vorm van spel, wat juist heel leuk en interessant is. Maar het is niet dom of machteloos. Ik speel graag een leuk spelletje mee.
Geen reactie's