Suggesties voor verrijking bij autonome kinderen

Suggesties voor verrijking bij autonome kinderen

Kinderen die meer leidend en autonomer van aard zijn stellen geregeld ‘het waarom’ van lesstof ter discussie. Dit is een belangrijk onderdeel van hun motivatie om uitdagingen aan te gaan, waardoor ze niet altijd gemotiveerd zijn voor standaard verrijking zoals Rekentijgers, Kien of Plustaken. Dit betekent niet dat deze autonome kinderen ongemotiveerd zijn om verrijking of uitdagingen aan te gaan. Ze hebben echter een andere ingang om gemotiveerd te raken, waar je in lesstof goed bij aan kunt sluiten. Zo leren ze doorzetten en verantwoordelijkheid dragen, wat ook een positieve invloed heeft op hun motivatie en eigenaarschap binnen de rest van het werk.

Met autonome kinderen worden in dit geval kinderen bedoeld die wat dominanter zijn en graag een leidende rol hebben. Wij zien dit niet als een negatieve eigenschap, maar als drijfveer waar op ingezet kan worden. Hierbij is het belangrijk dat de kinderen inzicht hebben in het doel dat ze gaan bereiken door het maken van lesstof en dat zij een uitingsvorm krijgen voor een leidende rol die ze prettig vinden. Je geeft hiermee het kind dus een status in de klas waar ze van opbloeien en leren om hun talenten en denkwijze passend te tonen aan anderen. Denk in je verrijkingswerk dus aan:

  • Zelf een spannende/thematische/grappige/etc. schrijfles maken voor de klas. Hierbij moet wel voldoende herhaling van de schrijfletters zitten natuurlijk. Als de les goed genoeg is, wordt deze gekopieerd en mag de klas deze maken ter vervanging van een standaard les.
  • Een voorleesochtend organiseren voor de kleuters. Hierbij moet geoefend worden met interessant, leuk, spannend of grappig voorlezen. Laat een kind ook nadenken en navragen bij de kleuterleerkracht wat kleuters nodig hebben om goed voorgelezen te krijgen, zodat de opdracht meer diepgang krijgt. Mogelijk – een dat past bij het kind – kun je ook het verhaaltje zelf laten schrijven, wat verdere diepgang geeft. Bied hierin wel een thema aan, zodat er wel kaders zijn voor het verhaal.
  • Het kind een reken/schrijf sportles laten geven. Hierbij moet aansluiten bij een leerdoel dat momenteel in de klas wordt behandeld en alle kinderen moeten mee kunnen doen. Dit is een opdracht waar een kind vaak langere tijd mee bezig is, om bijvoorbeeld te overleggen met de gymleerkracht en een enquête te houden in de klas. Begeleiding is dus belangrijk, anders is de opdracht te open of groot om uitvoerbaar te maken.
  • Laat het kind samen met de conciërge of een leerkracht door de school lopen en één probleem kiezen in het schoolgebouw om op te lossen. Bijvoorbeeld rommel in de gang, stank bij de WC’s of verdeling van materiaal tijdens de pauze. Samen wordt gekeken naar een écht nuttig onderwerp waar een oplossing voor nodig en uitvoerbaar is. Ook hier is vaak een onderzoeksperiode voor nodig, om het probleem uit te pluizen, verschillende oplossingen te bedenken en één oplossing te kiezen om uit te voeren en te testen. Methodes als het TASC model kunnen hierbij helpen. Het probleem kan natuurlijk ook in de klas zelf gezocht worden, zoals het efficiënt maken van de weekplanner, verminderen van herrie of opbergmogelijkheden voor materialen.

Let er bij deze opdrachten ook op dat ze worden beoordeeld en een kind feedback krijgt. Anders mis je mogelijk een gevoel van prestatie bij het kind, wat motivatie voor het maken van nieuwe opdrachten kan belemmeren (‘het maakt toch niks uit’).

Zoals eerder aangegeven, is begeleiding wel belangrijk. Veel hoogbegaafde kinderen hebben veel en grote ideeën waar ze in kunnen verdwalen en het zijn ook nog kinderen. Volledige zelfstandigheid is dus niet gewenst. Het maken van een planning, doornemen van grote plannen, keuzes maken en regelen van materialen moet begeleid worden door een volwassene.

Nog een korte extra uitleg over de mogelijkheden van compacten en verrijken:

Geen reactie's

Geef een reactie