Sociaal-emotioneel verrijken
Verrijking is een onderwijsbehoefte van hoogbegaafde kinderen. Als je dit goed inzet, maakt het je lesprogramma rijker, niet per se moeilijker. Naast pluswerk voor rekenen, spelling en taal is het interessant om te kijken naar creatieve opties in het verrijkingswerk. En juist voor kinderen die uitdagingen moeilijk aangaan of die heel gevoelig zijn, kan verrijking ook ingezet worden om een sociaal-emotioneel proces te doorlopen. Dat is niet alleen leuk en interessant, maar sluit ook aan bij de zorgvraag die speelt voor een kind en kan helpen om het algehele functioneren en welzijn te verbeteren.
Met sociaal-emotionele verrijking worden opdrachten ingezet die meer inzicht en uiting geven aan emoties van kinderen. Ook hebben de opdrachten een concreet eindproduct, wat een meerwaarde heeft ten opzichte van werkboeken die ingevuld worden. Coachende gesprekjes tussendoor kunnen helpen om het proces goed te begeleiden. Verder hebben de kinderen eigen inbreng om tot een creatieve uitwerking te komen. Je kunt deze opdrachten laten aansluiten bij een thema of als losstaande verrijkingsopdracht (mogelijk ook ter vervanging van verrijking in basisvakken, als dit minder aansluit). We geven graag een aantal suggesties om te laten zien waar je aan kunt denken om sociaal-emotionele verrijking toe te passen in de klas:
- Tip: Bij alle onderstaande opdrachten over emoties kan het helpen om zelf een overzicht te geven van emoties waar de kinderen aan kunnen denken, zodat je ook meer complexe emoties zoals jaloezie, geluk, machteloosheid en onzekerheid kunt meenemen. Het Gevoelsorkest is hier een mooi middel voor. Dit zijn 43 kaartjes met verschillende emoties om kinderen te helpen inzicht te krijgen in emoties. Je kunt natuurlijk ook zelf kaartjes maken of suggesties aanbieden.
- Maak een tekening/knutselwerk/kijkdoos/voeldoos (dus een door waarin mensen met hun handen mogen voelen, zonder te kijken) dat een bepaald gevoel uitbeeldt. Welke kleur, vorm, grootte, stof heeft het gevoel? Is het stekelig, zacht, donzig, puntig of rond? Zodra je klaar bent, laat je creatie zien aan anderen en laat hen raden welk gevoel jij hebt uitgebeeld.
- Maak een dierentuin van 5 verschillende emoties. Welke dier past het beste bij elk gevoel? Wat voor eten en omgeving heeft dat dier nodig? Welke dieren staan dicht bij elkaar en welke moeten een eindje bij elkaar vandaan blijven? Hoe kan de verzorger goed voor alle dieren zorgen?
- Ontwerp een superheld voor de klas. Deze heeft de kracht om te helpen en gerust te stellen als kinderen iets moeilijk vinden of onzeker zijn. Welke superkracht heeft deze superheld en hoe is dit te zien? Maak hier een mooie poster van om in de klas op te hangen, zodat alle kinderen de hulp van de superheld kunnen gebruiken.
- Bedenk samen met een medeleerling een toneelstukje over een zo goed mogelijke en zo slecht mogelijke samenwerking/vriendschap. Wat gebeurt er en hoe reageren de kinderen op elkaar? Maak eerst een overzicht van waar een goede samenwerking/vriendschap aan moet voldoen (denk aan overleg, houding, gevoelens). Als je dit overzicht hebt gemaakt, schrijf samen een script voor twee toneelstukjes: 5 minuten over de goede en 5 minuten over de slechte. Als deze af is en de meester/juf het goed vindt, voer het toneelstukje dan samen op voor de klas.
- Schrijf een verhaaltje over een personage die een grote uitdaging aan moet gaan, met een goed einde. Hoe helpen de andere dieren in het verhaal en hoe helpt de hoofdfiguur zichzelf? Mogelijke personages: een boze kikker, een bange muis, een onzekere ridder, een slang die in de knoop zit met zichzelf, een drukke beer, een bange rups en zijn vriend de stoere krekel.
- Maak een moodboard over een gevoel. Gebruik knipsels van tijdschriften, kranten en eigen tekeningen. Hoe voelt dat gevoel? Wat wil het gevoel zeggen en wat heeft het gevoel nodig?
- Ontwerp een schaal van vijf niveaus voor een gevoel (bijvoorbeeld boos, bang, blij of verdrietig), van weinig naar extreem veel. Hoe zie jij er op elk niveau uit en wat doe je? Wat kunnen anderen doen op elk niveau om jou te helpen? Beeld samen met een medeleerling alle vijf niveaus uit als een kort toneelstukje. Je kunt ook een medeleerling een niveau laten kiezen dat uitgebeeld moet worden, waarbij je steeds van hoog naar laag schakelt.
- Ook nog een leuke tip voor een langdurig project en onderzoek: Project over angst van het Wetenschapsknooppunt.
Geen reactie's