Versnellen: Waarom, wanneer en hoe?
Ik hoor nog regelmatig dat kinderen versnellen, omdat ze hoogbegaafd zijn. Of er worden naar aanleiding van intelligentieonderzoek vragen over gesteld. Hierin merk ik dat versnellen een spannende stap is voor veel scholen, ouders en kinderen. In sommige gevallen is een versnelling hartstikke mooi en nuttig, maar zeker niet altijd. Dat licht ik graag toe.
De juiste gronden
De allereerste stap voordat je gaat versnellen dient het vaststellen van het didactische niveau van het kind te zijn. Dit betekent doortoetsen: didactisch onderzoek voor alle vakken totdat het niveau van het kind écht in kaart is gebracht. Dit betekent niet: A scores op cito van het huidige leerjaar of A scores op cito van het volgende leerjaar. Misschien zijn er nog vakken waarop het kind niet voorloopt, of juist vakken waarop het kind meer dan een jaar voorloopt. Je wilt een genuanceerd beeld hebben van de didactische vordering van een kind, voordat je aanpassingen doorvoert in de lesstof.
Intelligentieonderzoek is dus géén middel om vast te stellen of versnellen nodig is! De intelligentie van een kind geeft geen inzicht in het didactische niveau. Hoe goed ik ook kan kijken naar de taakaanpak, het denkniveau en de omgang met uitdaging, vanuit een intelligentieonderzoek kan ik geen uitspraken doen over de wenselijkheid van versnelling.
De juiste manier
Als je dan eenmaal op het punt komt dat de conclusie er ligt dat versnellen nodig is, dan sta je samen voor de taak om een plan van aanpak te maken. Je groeit naar een versnelling toe en je groeit er weer van af. Wanneer je ernaartoe groeit, kijk je samen naar een logisch en geschikt moment om over te stappen en hoe de tijd in te vullen tot de overstap. Welke klas een kind naartoe gaat is hierbij van belang. Misschien is een overstap na de zomervakantie het meest logisch, of kun je snel overstappen in een klas met dubbele groepen. In de tijd tot de versnelling is het goed om samen te kijken welke lesstof nog aangeboden moet worden om goed aan te sluiten bij de nieuwe groep. Misschien zijn er nog opdrachten en instructies van de volgende groep die aangeboden moeten worden, omdat die gemist worden als je versneld. Misschien zijn er nog een aantal hiaten die handig zijn om op te vullen. Misschien is dat niet nodig en kun je de tijd vullen met verrijkingsstof.
Daarna is de overstap en groei je ervan af. Je houdt natuurlijk in de gaten of een kind goed inbed in de nieuwe groep. Ook kan het zijn dat je andere keuzes gaat maken op het gebied van instructies, compacten en verrijken. Een kind het misschien een periode meer instructies nodig en minder tijd voor verrijking, maar hou in de gaten dat dit kind niet zomaar voorliep. Veel kinderen die moeten versnellen zijn autodidacte leerlingen die ook na een versnelling minder instructies nodig hebben dan de gemiddelde leerling. Voldoende verrijking blijven bieden is dus belangrijk en wees ook na een versnelling niet te voorzichtig.
Belangrijk blijft om een versnelling in te zetten met een duidelijk geformuleerd doel en daarna te evalueren. Het is een forse onderwijsinterventie om te plegen, dus moet je de doelmatigheid ervan ook goed helder hebben. Het verbeteren van welbevinden, leerplezier en/of werkhouding van een kind kan hierbij een hele goede reden zijn, wat ook observeerbaar is als signaal of je het doel bereikt hebt. Het gaat dus niet enkel om de uitdaging, maar om wat je wilt bereiken voor het kind.
Twee keer of meer versnellen?
Meestal is één keer versnellen voldoende, als het al nodig is. Nu zijn er ook kinderen die na één versnelling alsnog meer dan een leerjaar voor gaan lopen in hun didactische vaardigheden. Veel scholen en ouders zijn huiverig voor, soms zelfs principieel tegen, een tweede (of derde) versnelling. Heel begrijpelijk, omdat het niet ideaal is en er veel sociaal-emotionele tegenargumenten kunnen zijn. Hier geldt echter ook dat een volgende versnelling best een goede oplossing kan zijn, mits op de juiste gronden en manier. Hierbij wordt de noodzaak van een goed uitgevoerde versnelling dus duidelijk. Wanneer er niet verrijkt wordt dan is ook de kans dat een volgende versnelling nodig is groter dan wanneer de versnelling wordt gecombineerd met verrijking. Wanneer er met versnelling en verrijking toch een aanzienlijke didactische voorsprong ontstaat, kan per individueel geval afgewogen worden of een tweede versnelling wenselijk is. Dit hangt onder andere af van de mogelijkheden van de school en het welzijn van het kind. Het hoeft dus niet per definitie uitgesloten te zijn en vergt hele goede samenwerking tussen school, ouders en kind.
Geen reactie's