Slaapproblemen bij hoogbegaafden
Met grote regelmaat horen we in de praktijk ouders verzuchten dat hun kind zo slecht slaapt.
‘Hij komt niet in slaap.’
‘Ze komt elke avond nog een aantal keer naar beneden. We houden geen avond meer over.’
‘Hij is altijd zo vroeg wakker.’
‘Ze heeft vaak nachtmerries.’
‘Hij wil nooit naar bed, elke avond hebben we hier weer strijd over.’
Deze ouders zien er zelf begrijpelijkerwijs vaak ook moe uit. Hoogbegaafdheid en slaap gaan niet altijd goed samen, zo blijkt. Hier kun je op verschillende manieren naar kijken. Vanuit medisch perspectief, met inzet van melatonine bijvoorbeeld. Dat is niet onze expertise, dus daar waag ik me niet aan. Je kunt naar slaap ook kijken vanuit een visie waarin hoogbegaafdheid en gevoeligheid wordt meegenomen. Dat is de bril waardoor ik er liever naar kijk.
Als ouders met vragen rondom slapen komen, loop ik een aantal zaken na om te kijken waar het hem in kan zitten.
Wat is normaal?
Allereerst vind ik het belangrijk om de norm van ‘hoe hoort een kind van deze leeftijd te slapen’ te onderzoeken. Niet alle hoogbegaafde kinderen hebben weinig slaap nodig, maar er is een flink aantal (ook hoogbegaafde volwassenen) dat met veel minder uren slaap toe kan dan gemiddeld. Kijk dus naar je kind. Slaapt ze minder uren dan je verwacht maar oogt ze uitgerust, dan kan het dat ze gewoon minder slaap nodig heeft. Dan is het onredelijk om meer slaap te verwachten. Als ouder kun je dan wel aangeven dat een kind tussen bepaalde tijden bijvoorbeeld op haar kamer moet zijn, zelf mag lezen, stil mag spelen of iets dergelijks. Immers, de rest van het gezin slaapt ook graag en ouders hebben ook tijd zonder kinderen nodig.
Voldoende uitdaging?
Wat wij in de praktijk vaak zien, is dat het enorm kan uitmaken of een kind overdag voldoende uitgedaagd wordt. Wanneer het lesprogramma niet goed past, zien we vaak dat kinderen ’s avonds enorm blijven malen. Ze zijn dan overdag niet voldoende aan hun trekken gekomen (dit noemen wij ‘kanalisering’) en blijven zoeken naar stimulans in de avond. Deze link wordt niet altijd gelegd, maar bij een kind dat minder goed in slaap komt, kan het dus zeker lonend zijn met school om tafel te gaan over het lesprogramma. Ook zaken als voldoende sporten of andere uitlaatkleppen kunnen hierbij helpen. Ook als een kind flink wordt uitgedaagd blijft het moment voor het slapen gaan soms lastig, juist dan komen allerlei vragen opborrelen. Een schriftje om alle prangende vragen in op te schrijven en een vast moment overdag om er in alle ruimte op in te gaan, kan dan bijvoorbeeld een vorm zijn om aan deze kennishonger tegemoet te komen.
Over- en onderprikkeling
Slaapproblemen kunnen ook samenhangen met te veel of juist te weinig prikkels. Veel hoogbegaafde kinderen zijn gevoelig en hebben dus wat sneller last van over- of juist onderprikkeling. Te veel of te weinig licht, te stil of juist te lawaaiig, te warm of te koud, dit zijn zaken waar deze kinderen sneller last van kunnen hebben. Kijk eens naar slaapproblemen door deze bril, speel met factoren en prikkelniveaus. Dit kan ook bijvoorbeeld in de vorm van white noise als ruisonderdrukking, of een verzwaringsdeken om diepe druk te geven waardoor kinderen soms beter slapen. Het boek Wiebelen en friemelen van Monique Thoonsen en Carmen Lamp geeft meer informatie over over- en onderprikkeling. Hierbij zeker ook heel belangrijk om een kind hier zelf verantwoordelijkheid over te geven! Je denkt mee over mogelijke opties die een kind niet overziet, maar je bent niet de verantwoordelijke voor het feit dat een kind ook goed voor zichzelf moet zorgen. Dus als je kind een nuttig hulpmiddel of nuttige tip niet gebruikt, betekent dit niet dat jij met iets beters moet komen.
Autonomie
Veel hoogbegaafde kinderen hebben een sterke behoefte aan autonomie. Deze kinderen doen niet snel iets ‘omdat het nu eenmaal moet’. Bedtijd kan dan snel verzanden in een machtsstrijd, ongezellig en niet constructief. Het is dan zaak om te kijken welk belang een kind zelf heeft bij op tijd in bed leggen. Bij een kind dat altijd treuzelt en draalt omdat het niet naar bed wil, maar wel geniet van voorlezen, kun je bijvoorbeeld aangeven ‘van 8 tot kwart over 8 ben ik beschikbaar om voor te lezen. Daarna ga ik naar beneden. Als je graag wil dat ik je voorlees, zorg je dat je om 8 uur gewassen, in pyjama en met gepoetste tanden bij me bent’. Of een kind dat meteen na het eten doet, in een onlogische volgorde of op het laatste moment, maakt dan niet uit. Dat is autonomie binnen kaders. En voeg dan ook daad bij woord als een kind de tijd niet haalt. Dan ben je niet meer beschikbaar en is er morgen weer een nieuwe kans. Het kan soms even puzzelen zijn wat dan een doel is voor het kind, maar dit kan veel machtsstrijd schelen.
Angsten
Veel hoogbegaafde kinderen hebben een levendige fantasie en een goed geheugen, waardoor ook nare of enge dingen snel groot kunnen worden in hun hoofd en tot angsten kunnen leiden. Dit is uiteraard niet bevorderlijk voor het slapen.
Bij angsten vind ik het zelf prettig om enerzijds erkenning te geven. Veel kinderen kennen angsten en ze zijn vaak ook heel begrijpelijk. Anderzijds kan het fijn zijn om samen te kijken naar de grens, wat durft een kind nog net wel en hoe kunnen we daar elke keer een stapje verder in gaan. In plaats van erbij blijven kun je de was gaan opvouwen in een andere slaapkamer, in plaats van het grote licht aan kan er een klein lampje aan etc. Voor veel kinderen is angst iets vaststaands, blijvends: ‘Ik ben nu eenmaal bang in het donker.’ Door op deze manier te werk te gaan leert een kind ook dat angsten niet per se statisch zijn, leert het manieren om hier grip op te houden.
Ook hierin kan de eigen verantwoordelijkheid van een kind aangesproken worden. Het kind wil namelijk zelf waarschijnlijk ook niet bang zijn en lekker kunnen slapen. Dus: het kader is een bepaalde tijd van beschikbaarheid van de ouder, de autonomie ligt bij het kind om een oplossing te verzinnen. Daarin kan de fantasie en creatief nadenken juist een kracht zijn. Een kind dat zelf een knuffel, cape of fantasieverhaal kan bedenken om zichzelf gerust te stellen, is al heel ver op weg om goed voor zichzelf te zorgen. Het is misschien soms niet jouw keuze, maar als het werkt en niet over jouw grenzen gaat dan is het heel nuttig! Dan ben jij ook geen oplossingenmachine én leert een kind goed voor zichzelf zorgen.
Over slaap valt nog een heleboel meer te zeggen. Niet alles heeft te maken met hoogbegaafdheid en ik denk dat meerdere van deze processen ook bij andere kinderen van toepassing zijn. Hopelijk helpt enige input wel! Troost jezelf dat je in ieder geval niet de enige bent 😉
Geen reactie's