Hoogbegaafdheid, perfectionisme en het gelaagde brein

Hoogbegaafdheid, perfectionisme en het gelaagde brein

Onze maatschappij, die doordrenkt is van maakbaarheid en optimalisering, is een ingewikkelde combinatie met hoogbegaafdheid. Elke dag krijg ik mensen in de spreekkamer die hier een symptoom van zijn. Mensen die doelen blijven stellen tot in het oneindige, om zo de beste versie van zichzelf te kunnen worden. De haast die sommige mensen voelen om zo snel mogelijk en zo goed mogelijk te presteren. Of de angst die omstanders voelen als het proces van opgroeien niet efficiënt of controleerbaar is. Alsof ze iets verkeerd doen, terwijl het eigenlijk best menselijk is allemaal.

Hoogbegaafde mensen staan bekend als perfectionistisch. Het is zelfs een kenmerk dat regelmatig terugkomt in lijstjes die hoogbegaafdheid proberen te definiëren. Als je de lat hoog legt, goed abstract kunt denken, kunt anticiperen én denkt dat veel maakbaar is, dan heb je een flinke taak voor je liggen. Dan krijg je denkbeelden als “dat zou ik toch beter moeten kunnen?!” In de praktijk moet ik mensen vaak herhaaldelijk uitleggen dat ze mens zijn. Met een menselijk brein, dat een combinatie is van instincten en bewuste denkprocessen. Dat vergeten we soms, waarbij we het idee hebben dat onze bewuste denkprocessen alles zijn en de goede voornemens de enige aansturing zijn van ons gedrag.

Dit model van het brein is velen bekend, maar kan ook bij dit onderwerp goed helpen. Veel hoogbegaafde mensen vergeten namelijk dat 70-80 procent van ons gedrag doorgaans wordt bepaald door de diepere systemen in ons brein (limbisch systeem en hersenstam). En dat percentage wordt hoger wanneer we meer stress ervaren. Hoe slim en ver ontwikkeld we ook zijn, onze gevoelens, automatismen en beloningssysteem hebben toch de overhand zonder dat we het doorhebben. Onze prefrontale cortex is goed, maar langzaam vergeleken met de andere systemen. Deze hebben dus sneller de overhand.

Ik noem ideeën van de prefrontale cortex meestal ‘Het goede idee’. Goede voornemens, verwachtingen over jezelf en oprecht verstandige keuzes komen hier vandaan. Het goede idee klinkt heel goed en is het vaak ook, maar moet opboksen tegen het diepere systeem. Dat is moeilijker dan je denkt, waarbij je geconfronteerd wordt met je menselijke (of beter gezegd: dierlijke) aard. Die bepaalt of iets lekker of niet lekker is (limbisch systeem) en die ingesleten gewoontes heeft die sterk trekken (hersenstam). Die diepere processen winnen vaak, ook als je jezelf iets anders hebt voorgenomen en het oprecht een beter idee is om de prefrontale cortex te volgen.

 

Als je van jezelf verwacht dat je een intelligent wezen bent – misschien zelfs hyperintelligent – dan ben je toch een teleurstelling als je emoties en automatismen winnen. Deze strijd met wat je voor je kunt zien als potentiële prestatie en de uitkomst, kan frustrerend zijn en ervoor zorgen dat je voelt dat je faalt. Als anderen om je heen dan ook nog vanuit eigen maakbaarheid idealen en goede ideeën gaan proberen om nieuwe tips te geven hoe het beter kan, voed je vooral de prefrontale cortex. Wij prefrontale cortexen bij elkaar, kunnen blijven nadenken over de goede ideeën en voornemens. Maar de sleutel ligt vaak in de diepere systemen, want die schreeuwen het hardst. Verbinding maken, samen emoties reguleren (niet direct op willen lossen) en erkennen dat er een heel systeem inwerkt tegen het goede idee. (En ook dit klinkt weer als een goed idee, wat ik vervolgens propageer aan mensen die uit eigen automatismen en stress eigen patronen hebben van toegeven aan het moeten lossen van beperkingen en emoties… Of maak ik het dan te ingewikkeld?)

 

Dan worden we nog steeds geen supermensen die alleen prefrontaal kunnen leven. Maar het is wel een eerlijker verhaal, hopelijk met een stukje zelfrespect in het falen van ons functioneren ten opzichte van het goede idee.

Geen reactie's

Geef een reactie