Cito scores, hoe interpreteer je die?

Cito scores, hoe interpreteer je die?

In het signaleren van (hoog)begaafdheid en doornemen van schoolverledens van kinderen zie ik veel leerlingvolgsystemen (LVS) langskomen. Het is voor mij soms stuitend hoe lang een kind gesignaleerde leervoorsprongen heeft, zonder dat er iets gedaan wordt om het lesprogramma aan te passen. Voor ouders is het vaak ook niet duidelijk hoe ze een LVS kwalitatief kunnen interpreteren. Ik krijg soms ook de indruk dat dit voor professionals in het onderwijs ook lastig is… Dan wordt er al snel gedacht dat een A of (Romeinse) I score goed is. Het gaat goed, hij doet het prima op school! Maar als je inhoudelijk kijkt naar de informatie van een dergelijk LVS, dan geeft dit meer handvatten dan mensen denken.

LVS.png

ABCDE en I/II/III/IV/V scores

De meeste mensen kijken vooral naar de gekleurde vakjes helemaal rechts in de uitdraai van het LVS. Algemeen oordeel: A en B scores zijn goed, daaronder is het matig tot zorgwekkend laag. Deze indeling is gebaseerd op de verdeling van scores over kinderen in dezelfde groep. Zo houdt een A score voor taal in groep 4 bijvoorbeeld in dat een kind binnen de hoogste 25% van de algemene groep 4 leerlingen scoort. Een I score geeft aan dat een kind binnen de hoogste 20% van de algemene normgroep scoort. Omdat de ABCDE verdeling enigszins anders is opgebouwd dan de Romeinse cijfers, kan het dus zijn dat je een A/I of A/II score haalt.

Deze letters en getallen zeggen nog niet alles over het daadwerkelijke didactische niveau van een kind. Ze geven de verdeling over de groep aan, verder niks. Het is een middel om in één oogopslag een inschatting te maken van waar een kind staat, ten opzichte van andere kinderen van hetzelfde schooljaar. Wanneer hier ongerijmdheden in zitten, dan is het handig om verder te kijken.

DL, DLE en LR% scores

Veel interessanter zijn de Didactische Leeftijds Equivalent (DLE) en het Leer Rendement percentage (LR%). Deze geven namelijk een preciezere inschatting van de didactische vaardigheden en het didactische niveau van een kind. Het Didactische Leeftijd (DL) getal geeft aan hoeveel maanden onderwijs het kind op de dag van de toetsafname had gehad. Elk schooljaar heeft tien onderwijsmaanden. De DLE score geeft aan welke DL de toetsscore van het kind op de afgenomen cito toets representeert. Bijvoorbeeld: een kind uit groep 5 met een DL van 23 (november groep 5) en een DLE van 30 (september groep 6) heeft de cito toets van groep 5 gemaakt zoals een leerling uit begin groep 6 deze zou maken. Dat klinkt misschien heel vaag… Het geeft in ieder geval aan dat dit kind een hoger didactisch niveau beheerst dan in november groep 5 van hem wordt verwacht. Dit komt ook terug aan de LR% score. Dit is altijd een percentage, waarbij 100% aangeeft dat een kind alles beheerst dat op dat moment van hem wordt verwacht. Een score hoger dan dat geeft aan dat een kind meer beheerst dan op dat moment nodig is en andersom.

Welke vaardigheden dit kind daadwerkelijk heeft kan ook niet afgelezen worden aan de DLE en LR% scores. Het bovengenoemde voorbeeld geeft niet letterlijk aan dat dit kind zeven maanden leervoorsprong heeft.  Dit komt omdat er in de cito toets waar de scores over gaat geen vaardigheden worden getoetst die aanzienlijk boven het klassenniveau liggen. In de cito’s van groep 3 zitten bijvoorbeeld geen breuken. Voor een échte inschatting van het didactisch niveau van een kind is didactisch onderzoek (doortoetsen) nodig. Dan kijk je namelijk wel naar de hogere vaardigheden, totdat het plafond van een kind bereikt is.

De DLE en LR% scores geven duidelijker inzicht in de vaardigheden van een kind dan de ABCDE scores en Romeinse cijfers, omdat ze genuanceerder zijn. Hiernaast kan een kind vrijwel niet achteruit gaan in zijn DLE. Zowel DLE als LR% kunnen fluctueren gaandeweg de schoolcarrière van een kind, bijvoorbeeld door een periode dat een kind anders in zijn vel zat, een nieuwe lesmethode gehanteerd wordt of er een andere klik met een nieuwe leerkracht is. Wanneer een kind aanzienlijk achteruit gaat in DLE scores, dan impliceert het dat een kind in vaardigheid achteruit is gegaan. Een kind liet bijvoorbeeld in november vaardigheden zien op zijn cito toets die hij in april opeens niet meer kon. Dat is eigenlijk niet mogelijk, omdat de lesstof constant voortbouwt op beheerste vaardigheden. Dit kan dus een teken zijn van onderpresteren. Behoed jezelf er dus voor dat je een groot verschil in deze scores als waarheid interpreteert, dat verandert de inhoudelijke discussie over de betekenis van de scores aanzienlijk.

Een A score is niet goed!

Een denkwijze die ik vaak zie, is dat het wenselijk is om allemaal A- en B-scores te hebben. Ik zie dit echter als indicaties om verder te kijken. Het geeft namelijk een indicatie aan dat een kind de lesstof die dagelijks in de klas behandeld wordt al beheerst. Ik vraag me dan af of een kind voldoende leermomenten heeft om zich prettig te ontwikkelen.

In principe zijn een C-score en/of LR% 100 het minst opvallend. Dan heeft een kind de vaardigheden die horen bij het punt waar hij in zijn schoolcarrière staat. Wat een normale cito score is voor een kind, verschilt per kind. Je kunt gerust ook compacten en verrijken wanneer een kind geen A-scores haalt, als dit bij een kind past. In meerdere gevallen gaan juist cito scores omhoog nadat je een kind meer gaat uitdagen. Dat is omgekeerd ten opzichte van hoe vaak gewerkt wordt (eerst hoge scores, dan meer uitdaging). Hierin blijft het interessant om te kijken naar de behoeften van een kind en niet naar de scores. Dat zou altijd de leidraad moeten zijn, waarin scores soms een mooie toevoeging voor meer houvast zijn.

Geen reactie's

Geef een reactie